Kien en begaan spreekt Anouchka Bonnes, HR Development Manager bij Van Dorp Installaties, over opleiden versus ontwikkelen, de digitalisering en de toekomst van de opleidingen. “We zien graag dat mensen zich willen ontwikkelen, wij kijken mee naar wat er nodig is en begeleiden ze daarin,” vertelde Bonnes onlangs aan Vaktechnisch. In de digitalisering is ze vastberaden om iedereen mee te krijgen, óók de mensen voor wie leren niet vanzelfsprekend is. Hoe ze dit gaat doen? Goed luisteren naar de behoeftes en zorgen van onze medewerkers. “Techneuten zijn overwegend risicomijdend, nauwkeurig en gedetailleerd. Dat is geen waardeoordeel maar een constatering die vernieuwingen en veranderingen in de weg kunnen staan. Abrupte veranderingen zonder aandacht voor de persoonskenmerken pakken dan vaak niet goed uit. Tegelijkertijd moet de sector meer open durven te staan voor andersdenkenden. Door dit samen te brengen en elkaars ideeën en zorgen te delen, komt de organisatie verder.”
In haar werk overziet Bonnes de in-house leerinterventies voor de 1.400 werknemers van de technisch dienstverlener. In 2009 begonnen zij hiermee omdat er veel vraag was naar veiligheidstrainingen die aan grote doelgroepen worden aangeboden. Twee jaar later richtten zij de bedrijfsschool op met een geaccrediteerde MBO opleiding. “Het is een uitdaging om grip te krijgen op de leerprocessen binnen zo’n groot bedrijf. Dat is iets waar we nu naar kijken.” Nu, in 2020, bouwt Van Dorp aan een lerende organisatie waar medewerkers zich breed persoonlijk kunnen ontwikkelen. “Want wat je aandacht geeft, groeit,” vervolgt Bonnes.
Opleiden, eigen academie, extern, wat is de inhoud om relevant te zijn en te blijven?
“Wij hebben al tien jaar ervaring op dit vlak, we zijn er vroeg mee begonnen ten opzichte van andere installateurs. Opleiden komt vaak voort uit een probleem. Dat is goed en dat zal altijd blijven maar wij zien veel liever dat iemand zich vanuit een intrinsieke gedrevenheid zich wil ontwikkelen. We willen vooral de latent nieuwsgierige houding activeren van onze medewerkers. Bijvoorbeeld dat iemand zegt ‘ik ben nu servicemonteur en ik wil door naar technisch beheerder.’ Dan kijken wij mee naar wat er nodig is om daar te komen. We zijn nu nog vooral gericht op de ontwikkeling van kennis en vaardigheden, maar het gaat natuurlijk verder dan dat. De ontwikkeling van competenties wordt steeds belangrijker in een sector die transformeert van installateur naar adviseur. Misschien nog wel belangrijker: leren moet vooral leuk zijn. Leren omdat het kan, niet omdat het moet. Hierin zoeken we de balans in een sector die vooral gericht lijkt te zijn op de verplichte veiligheidstrainingen.”
“Verder hebben we inderdaad veel concurrentie onderling, maar we hebben ook een collectieve uitdaging. We krijgen regelmatig de vraag van concurrenten of wij kunnen helpen met het opzetten van een opleiding. Ik ben er van overtuigd dat de sleutel van de personeelsschaarste ligt bij de werkgevers zelf. Het is onze missie om dit tij te keren. Ik heb niet de illusie dat wij medewerkers kunnen vastketenen. We moeten ons best doen om het zo leuk mogelijk te maken. Als je besluit om naar de concurrent te gaan dan is dat een gemis maar dan is dat zo. We zien liever dat medewerkers terugkijken op een mooie tijd bij Van Dorp.”
Hoe vangen we het personeelstekort op?
“Ik ben regelmatig op bouwplaatsen en het is een ontzettend mooi vak. Maar het heeft een reputatie van hard werken, vieze handen en weinig verdienen. Onze sector is van oudsher traditioneel. Daarmee spreken we onze belangrijkste doelgroepen niet aan terwijl we het wel willen. De sector zou over z’n schaduw heen moeten stappen waarmee we een onderdeel van de oplossing worden. Eén van die oplossingen is om ruimte te bieden aan andersdenkenden. Het ergste wat je kan overkomen dat iets niet slaagt maar dan hebben we het geprobeerd en denken we na over hoe het anders zou kunnen. Neem bijvoorbeeld marketing en communicatie. Installateurs zijn van nature bescheiden en marketing en communicatie wordt vaak gezien als kostenpost in plaats van als toegevoegde waarde. Dit willen we veranderen. Dat proberen wij bij Van Dorp nu te doen. Wij zetten nadrukkelijker in op arbeidsmarktcommunicatie en PR. Maar dat moet uit de werkgevers zelf komen.”
“Het begint met voorlichting op basisscholen en bij de ouders. Dat zijn doelgroepen die we nog niet goed in beeld hebben. Daar is een goede marketing afdeling cruciaal in. Dus mijn oproep zou zijn om in plaats van alleen te kijken naar financial control ook te focussen op de toegevoegde waarde van marketing en communicatie.”
Hoe pakt Van Dorp de digitalisering aan?
“We gaan steeds harder werken in plaats van slimmer te werken. Kijk naar wat je doet, waarom en kan het anders? Denk niet alleen in het beheersen van de kosten maar kijk naar wat de toegevoegde waarde is. In plaats van te kijken naar hoe hoog de personeelskosten zijn, kijken naar de toegevoegde waarde in termen van bijvoorbeeld klanttevredenheid. Of investeren in vitaliteitsprogramma’s in plaats van alleen in te zetten op verzuimbeheersing. Het één hoeft het ander niet uit te sluiten.”
“Bij het implementeren van nieuwe systemen hoef je geen aandacht te besteden aan early adapters. Je aandacht moet uitgaan naar mensen die al dertig jaar in hetzelfde systeem werken. Vaak willen ze niet maar nood breekt wet en er komen nieuwe systemen. Wij implementeren alleen een nieuw systeem als het een goed idee is. Onderdeel daarvan is het begeleiden van werknemers, vooral de mensen die hun hakken in het zand zetten. Die moét je mee krijgen.
“Kijk bijvoorbeeld naar BIM, dat is koudwatervrees. Want het past bij het profiel van techneuten om de risico’s te zien en alle redenen om het niet te gebruiken. Maar je hebt ook de mensen die de kansen zien en dat vraagt om communicatie.”
Hoe krijgen we de scholen mee met de tijd?
“Bij MBO’s ging het altijd om vaardigheden, het leren om een beroep uit te oefenen. Een ambacht leren. In onze sector is dat nog altijd nodig. Maar uiteindelijk kunnen de scholen het niet bijbenen. Veel docenten en bestuurders zitten vast in een bepaald patroon. Voor de hele keten geldt dat je een leergierige houding moet hebben.
“Wat ik voor me zie is dat je een x-aantal universele opleidingen hebt die interessant zijn voor alle sectoren. Want alle sectoren hebben een aantal van dezelfde dingen nodig: kritisch denken; commercialiteit; klantgerichtheid; goede communicatie. Je zou het dan op kunnen splitsen in dat het MBO dit leert en dat de bedrijfsscholen er zijn voor de ambacht. Mensen leren door het te doen op de werkplek en dat is gewoon een kwestie van meters maken.
“Uiteindelijk moeten scholen en bedrijven samenwerken. Dit zie ik gelukkig steeds meer gebeuren en dat is een goede ontwikkelingen. Zo bundelen we beste van de twee werelden”