“Gedreven door een passie voor technologie en de missie om daarmee maatschappelijke uitdagingen aan te gaan, dienen we met Siemens de markt. Wat wij bieden is dat wij samen met de paneelbouwer, installateur, OEM-er of distributeur die businessmodellen kunnen implementeren,” vertelt Ron Nielen, Sales Manager Electrical Products bij Siemens. “Wij zijn van samenwerking. Ons business model is gebaseerd op samen groeien. En waar wij bij willen helpen, is de toegevoegde waarde verkoopbaar maken.” Siemens, van oorsprong een Duits bedrijf, zet zich wereldwijd in, zo ook al 140 jaar in Nederland. Het technologieconcern is werkzaam binnen infrastructuur, industrie en werkt dikwijls aan de verdere digitalisering van processen.
“Techniek sluit aan op maatschappelijke kwesties.
“Die bouwwereld verandert, het bouwproces wordt steeds belangrijker,” vertelt Alex Driessen, business unit manager Building Products bij Siemens. “Zie bijvoorbeeld de trend van modulair bouwen. Naarmate dit proces belangrijker wordt, zal het aandeel van de techniek in die bouwkolom toenemen. Waarom dat zo is? Omdat juist techniek aansluit op maatschappelijke kwesties zoals de energietransitie en flexwerken. De digitalisering verandert op zijn beurt weer de techniek. We zien dat hardware minder belangrijk wordt en dat de nadruk steeds meer ligt op software en content. De hardware heb je niet meer nodig, de software doet het werk. Het is niet de schakelaar aan de muur die interessant is, maar het gebouwbeheersysteem die weet welke temperatuur jij prettig vindt.”
Nieuwe gebouwen voor nieuwe generaties
“De komende twintig jaar gaan we zien dat we leren gebouwen anders in te richten omdat we ze anders gaan gebruiken. Nieuwe generaties, Millennials en GEN-Z, gaan de grootste groep van de arbeidsmarkt vormen. Deze generaties zijn medewerkers met andere eisen ten opzichte van hun voorgangers. Ze willen flexibel kunnen werken: vanuit huis en met aangepaste uren. Deze generaties zijn wendbaar en dat verwachten ze ook van hun werkplekken. Wij denken dat deze gebouwen waarde moeten gaan creëren: ze moeten flexibel worden ingericht en aansprekend zijn. Deze generatie start in hun denken en activiteiten bij hun telefoon, zij hebben geen boodschap aan een knop op de muur,” legt Driessen uit. Over de videoverbinding toont hij een dergelijke boodschaploze knop aan de muur in zijn eigen kantoor. “Met technologie proberen wij slimme gebouwen te bewerkstelligen door het aan de gebruikers te koppelen. Hoe dit eruit ziet? Het gebouw kent jou door je telefoon. Het weet al waar je wilt gaan zitten en hoe warm of koud je het daar wilt hebben. Het weet wanneer je een vergadering hebt en met wie en zorgt ervoor dat jullie allemaal dichtbij de gereserveerde vergaderzaal zitten.” Driessen voorspelt het ontstaan van een nieuwe markt voor smart workspaces. Versneld door de coronacrisis, maar in wezen al lang aan de gang. Voorbeeld hiervan is Siemens zelf. Het concern kondigde onlangs aan dat 140.000 medewerkers wereldwijd voortaan nog maar twee tot drie dagen op kantoor hoeven te werken. De andere werkdagen worden op afstand ingevuld.
Om te illustreren dat dit niet alleen voor het comfort van de gebruikers van belang is maar ook voor de bedrijfsvoering, vertelt Driessen over één van de projecten waaraan hij werkt bij een techbedrijf met een grote campus. “Op die campus werken meer dan 10.000 mensen. De opdrachtgever wilde hun werknemers efficiënter inzetten. De doelstelling was twintig minuten extra productiviteit per persoon per dag.” Driessen valt even stil om vervolgens te verklaren: “twintig keer tienduizend is heel wat productiviteit.” Toen Driessen aankwam bij zijn nieuwe opdrachtgever werd hij meteen geconfronteerd met het probleem: “Ik werd door de receptie naar de vergaderzaal gewezen die 25 minuten lopen verderop zat. Daar zat meteen al veel potentie in.” Mensen efficiënt plaatsen op kantoor op basis van de collega’s waarmee ze samenwerken en de werkzaamheden die ze verrichten, is één voorbeeld van wat Siemens meeneemt in product design. Maar andersom werkt het ook: anders kijken naar de vierkante meters van de kantoorruimte. “Neem bijvoorbeeld The Edge in Amsterdam. Dat is een kantoor op de Zuidas van 22.000 vierkante meter en was oorspronkelijk bedoeld voor 1.700 medewerkers. De gemiddelde huurprijs daar was 360 euro per vierkante meter. Per medewerker was er 12,5 vierkante meter. Door dat gebouw flexibel in te richten konden er niet 1.700, maar 2.900 mensen gebruik van maken. Met als gevolg dat de huurprijs per medewerker bijna is gehalveerd en de productiviteit toe is genomen.”

Nieuwe technologie voor nieuwe gebouwen
“Wat we willen bereiken is dat mensen, plekken en dingen op de meest efficiënte manier met elkaar in verbinding zijn. Om dit te realiseren beginnen we bij de mobiele telefoon. Via onze telefoons kunnen we een heleboel informatie aanleveren om efficiënter te gaan werken. Zo kun je per persoon de temperatuur en verlichting regelen op jouw werkplek. Via de telefoon kun je apparaten aansturen, ruimtes reserveren, en storingen doorgeven. Zo’n systeem kan op het moment dat het gaat interacteren met het gebouw nog veel meer: het vertelt je hoeveel parkeerplaatsen er zijn, of het gaat regenen, wanneer het openbaar vervoer aankomt en reserveert een tafel voor je in de bedrijfskantine,” beschrijft Driessen. “Bij Siemens ontwikkelen wij ook de hardware maar het gaat om de software-applicaties die daar op draaien. Je kan een verbinding maken tussen een zonnepaneel thuis en een elektrische auto op kantoor, als de accu vol is, kun je de rest weer aan het net leveren. Door dit op een slimme manier bij elkaar te brengen en te leren van alle data die je verzamelt, kun je zuiniger omgaan met al je assets. Dat is het mooie aan dit soort modellen. Die data creëert op de lange termijn weer inzichtelijkheid om gebouwen steeds efficiënter te maken en de organisatie effectiever te laten werken. Iedere keer is het een verbeteringsproces.”
De drivers achter nieuwe technologie
“Waar zal ik beginnen,” begint Nielen, vragend. “Mijn vakgebied heeft met energiedistributie te maken en daarbinnen zien we drie trends. Ten eerste, decentralisation – in plaats van dat alle energie vanuit een energiecentrale wordt geleverd, gebruiken we bijvoorbeeld ook zonnepanelen en windturbines en worden consumenten van energie ook producenten van energie, zogenaamde prosumers. Ten tweede, decarbonisation dat is heel simpel gezegd duurzaamheid en CO2 vermindering. Ten derde, digitalisering—een containerbegrip maar we bedoelen ermee dat er een digitale weergave is van een apparaat, digital twin, of proces, waarbij we gebruik maken van de data die daar uit voort komt. Met die data kunnen we weer nieuwe inzichten verschaffen. En daarvoor is het handig als alles met elkaar verbonden is,” legt Nielen uit. “Op het moment dat je zoveel mogelijk data ontsluit vanuit je installaties kun je die twee elementen, software en hardware, samenbrengen. Om data te ontsluiten heb je communicatie nodig. Apparaten dienen “connected” te zijn. Binnen de industrie-, energie- en installatietechniek zijn daarvoor verschillende communicatieprotocollen. Dat is de basis voor digitalisering en automatisering,” concludeert Nielen zijn introductie.
Nielen legt de focus op de trends die verandering teweeg brengen: “CO2 reductie, duurzamer leven, het zijn beide trends waar de installateur bij gebaat is. Die CO2 reductie komt namelijk grotendeels voort uit wetgeving. Neem artikel 8 van het European Energy Efficiency guideline (EED).” In het EED is opgenomen dat alle Nederlandse audit-plichtige organisaties een auditrapport moeten hebben aangeleverd, of gereed hebben voor aanlevering. De deadline hiervoor was 5 december 2019 en geldt voor alle organisatie met meer dan 250 werknemers of een jaarlijkse omzet van meer dan 50 miljoen euro, in combinatie met een balanswaarde van minimaal €43 miljoen. “Dat is best een klus om bij te houden,” gaat Nielen verder. “En dan is het niet alleen de EED waar ze aan moeten voldoen. Zo heb je ook de Wet Milieubeheer en het MJA3/MME dat van toepassing is op een grote groep industriële bedrijven. Met andere woorden: er zijn een boel economische drivers voor eindklanten om hun energieverbruik inzichtelijk te maken en erop te besparen. Degene die deze zorgen uit handen kan nemen en inzicht kan bieden door middel van een gebruikersplatform of -interface heeft de klantrelatie. Hoe fijn is het als iemand naar je toe stapt en naast de installatie en de data ook de rapportages biedt. Een one-stop-shop voor je energie. We gaan naar een model waarin installateurs adviserende rollen in gaan nemen en waar bedrijven een abonnement bij je nemen en dat model is heel interessant voor installateurs.”
“Wij willen helpen die toegevoegde waarde verkoopbaar te maken. Dat moet je niet alleen doen, dat moet je samen doen. Zo hadden wij laatst een project waar een paneelbouwer onze systemen leverde. Wij werden toen via een andere leverancier benaderd over hetzelfde project met de vraag of wij het energiegebruik inzichtelijker kunnen maken. Wij stelden toen een additioneel systeem voor, de Powercenter 3000. Dat systeem verzamelt data, knoopt protocollen aan elkaar en vormt een link naar de cloud. De opdrachtgever was enthousiast en de paneelbouwer werd gevraagd om het erin te bouwen. Uiteindelijk is de paneelbouwer naar ons toegestapt om bijgeschoold te worden zodat hij eerder in het proces mee kan doen en dit als optie kan bieden. Uiteindelijk konden we met die drie partijen het energieverbruik van de opdrachtgever inzichtelijk maken.”

“Om te voorkomen dat je alleen maar over de prijs-as gaat, dien je zo snel mogelijk je toegevoegde waarde in het proces te brengen zodat we samen eerder naar voren komen in de keten.
Gebouwen in het tijdperk van COVID
Op de vraag hoe Siemens omgaat met de anderhalve meter samenleving reageert Driessen direct: “Daar hebben wij een app voor.” Binnen twee maanden van de lockdown lanceerde een dochteronderneming van Siemens een app om social distancing op kantoor te realiseren. “Wij willen bewerkstelligen dat alle nieuwe protocollen zichzelf de weg wijzen. Middels deze app willen we alle nieuwe informatie makkelijk, toegankelijk en overzichtelijk maken. Het zal nog lang duren voordat we ooit weer bij de volle bezetting van kantoren zijn en in de tussentijd moet je continuïteit behouden. Met apps en QR codes of sensoren hebben wij nu een systeem waarbij de bezetting wordt bijgehouden, teams efficiënt worden ingedeeld en waarbij het gebruik van boodschaploze knopjes die je aan moet raken wegvalt. Op deze manier kan je mensen een veilige werkplek bieden. Dit voeren we in kleine stapjes uit en na een week of zes is dit erin gebrand.”
“Daarnaast is ventilatie heel belangrijk,” gaat Driessen door. “Het ventileren moet omhoog, de luchtvochtigheid omlaag en je CO2-gehalte moet niet te hoog worden. Om dit zo efficiënt mogelijk te doen moet dit via je gebouwbeheersysteem. Zo hou je het gebouw veilig.”
Nielen gaat verder: “Dit biedt een enorm perspectief voor automatisering. Je moet bedenken dat wij nu spreken over sensoren en automatisering alsof het dagelijkse kost is, we zijn niet voor niets een technologieconcern. Maar voor anderen is het dat natuurlijk niet. Er zijn genoeg scholen, kantoren en openbare ruimtes die hier aan toe zijn en dat betekent een nieuw soort belang voor gebouwgebonden installaties.” De komende decennia zal het gebruik van gebouwen en slimme apparatuur een hoge vlucht nemen. Het is de taak van deze nieuwe technologie om de levens van werknemers en consumenten positief te beïnvloeden.