Gebouwen dienen te voldoen aan de behoeften van de huidige en de toekomstige gebruikers. Toekomstbestendigheid is de basis. Het duurzame gebouw is een identiteit op zich. De pijlers lijken eenvoudig: integraal ontworpen, digitaal ontstaan en autonoom in duurzaam functioneren. Maar indien we deze gebouwen willen realiseren moet er een fundamentele verandering plaatsvinden in onze bouwcultuur.
Duurzaam doel
Het doel inzake duurzaamheid, zoals omschreven in het akkoord van Parijs, is ervoor om de opwarming van de aarde beperken. Ieder land dat in Parijs heeft getekend, stelt nationaal eigen doelen op, om aan de afspraken van het akkoord te voldoen. In Nederland is dat doel om voor 2050 energieneutraal te zijn. Binnen de Nederlandse wetgeving is dit streven voor de bouw en techniek vertaald naar BENG, bijna energieneutrale gebouwen. Voor nieuwbouw impliceert dat, dat in 2021 alle vergunningaanvragen moeten voldoen aan deze BENG eisen. Deze eisen gelden voor zowel woningbouw als utiliteitsbouw en bestaan uit drie nieuwe rekenregels:
- De maximale energiebehoefte in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar.
- Het maximale primair fossiel energiegebruik, eveneens in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar.
- Het minimale aandeel hernieuwbare energie in procenten.
Integraal duurzaamheidsplan
Een integraal duurzaamheidsplan is nodig om nieuwbouw te laten slagen. Digitalisering is hierin een enabler en BIM het verkoren middel. Dit is tweeledig. Ten eerste, maakt BIM integraal ontwerpen mogelijk. In het model wordt de ambitie van ‘het gebouw als autonome installatie’ werkelijkheid. 3D tekenen maakt het mogelijk voor de hele keten in een ontwerp te werken. In de hele keten kunnen de disciplines worden toegevoegd in BIM. Het gebouw bestaat digitaal
Ten tweede, maakt een digitale modellering het proces efficiënter en daarmee het vervuilende bouwproces duurzamer. BIM is een workflow, een proces waarbinnen alle betrokkenen met een specifieke taak kunnen samenwerken. Hier is men ook afhankelijk van elkaars performance. Dat gaat verder dan alleen software. Een digitale werkwijze is wennen. Het impliceert dat alle betrokkenen de BIM-workflow begrijpen en ook moeten implementeren. (Spruijt, 2019) “De installateur kan ook als system integrator optreden en zo voorin de bouwkolom functioneren. Dit impliceert dat installateurs zich zullen ontwikkelen tot technisch aannemer en meer gaan nadenken over hun invloed op het technisch ontwerp. Voor veel installateurs is het een uitdaging om BIM succesvol te implementeren. De één doet dat beter en sneller dan de ander. Bedrijven die geen werk maken van de digitalisering lopen het risico in de dag van overmorgen uit te vallen,” zegt Theo Ockhuijsen, directeur van BIMpuls.
Dit is deel één van een vierdelige serie over BIM als middel voor de verduurzaming. In de volgende artikelen in deze serie bekijken we de drie verschillende facetten van BIM: BIM als digitale representatie, BIM als ontwerpproces en BIM als management van informatie. We bekijken de gedragsverandering die nodig is om verandering op deze schaal teweeg te brengen. Afsluitend spreken we met BIM expert Theo Ockhuijsen, directeur van BIMpuls. Niks missen? Volg ons op LinkedIn voor de laatste updates.