Theo Ockhuijsen gooide zeven jaar geleden het roer volledig om. Na dertig jaar in de installatiebranche te hebben gewerkt kwam Ockhuijsen in aanraking met het Bouw Informatie Model (BIM). BIM is een 3D-ontwerp van een gebouw waarbij integraal wordt samengewerkt door de hele bouwkolom. “Een digital twin van je gebouw – van installaties tot gebruikers zie je in realtime wat er in het gebouw gebeurt. Dat is de droom, dat is het ultieme. Dat is waar we nu naartoe werken.” Ockhuijsen zette BIMpuls op waarmee hij bedrijven helpt in de omslag van bewustwording en organisatie ontwikkeling die nodig is bij de digitaliseringsslag.
Van oorsprong is Ockhuijsen elektrotechnicus. Na de opleiding bij Philips te hebben gevolgd is Ockhuijsen bij het elektronicaconcern blijven werken in software en telefonie ontwikkeling. “In die tijd hebben we een telefoon ontwikkelt waarmee je kon videobellen, een ‘leuk speeltje’ werd het genoemd en nooit meer naar omgekeken.” Na Philips is Ockhuijsen aan de slag gegaan in de installatiesector.
Om de klimaatdoelen van het akkoord van Parijs te halen, is er voor de bouw en techniek strenge wet- en regelgeving opgelegd. Om hieraan te voldoen, moeten gebouwen integraal gebouwd worden, stelt Ockhuijsen. Om dit te kunnen bereiken moet de installatiebranche een digitaliseringsslag maken en dát vraagt om een geheel andere denkwijze binnen de sector. Ockhuijsen sprak onlangs met Vaktechnisch over die digitaliseringsslag en hoe deze gebruikt kan worden binnen de verduurzaming.
Hoe kan de sector veranderen?
“De energietransitie is een transitie, niet alleen van werken maar ook in onze manieren van doen en denken. De hele bouwkolom moet veranderen, daar zit de grootste uitdaging om de verduurzamingsslag te laten slagen.”
“De sector is naar mijn mening te reactief. Installateurs wachten totdat de klant een vraag stelt en geeft dan antwoord. De gemiddelde installateur is een uitvoerder en schuift zichzelf daarmee naar achteren in de bouwkolom – als de klant een bouwbehoefte heeft, spreekt die met de architect of de ontwikkelaar. Terwijl de installateur ook als adviseur, oftewel een system integrator, op kan treden en hiermee vooraan in de bouwkolom komt. Maar om dat te bereiken moet er gedragsverandering plaatsvinden. Installateurs moeten zich ontwikkelen tot een technisch aannemer. Ze kunnen meer nadenken en invloed hebben op het technisch ontwerp. Dat vraagt wel om over de grenzen van het eigen vakgebied nadenken en werken. Voor veel installateurs is het een uitdaging om BIM succesvol te implementeren. De één doet dat beter en sneller dan de ander. Bedrijven die geen werk maken van de digitalisering lopen het risico in de dag van overmorgen uit te vallen.”
Hoe helpt BIM bij de verduurzamingsslag?
“De kwaliteit van het ontwerp gaat vooruit met de toepassing van BIM maar de creativiteit op de bouwplaats wordt daarmee verboden. Goed voor terugdringen van faalkosten, maar de medewerkers in de uitvoering voelen zich beperkt. Het bouwen van morgen is anders dan vandaag. Tekeningen worden vaak bouwkundig en technisch onvoldoende uitgedetailleerd en er is niet voldoende informatie op de bouwplaats zelf. Zoals gezegd is het gevolg daarvan dat er veel creativiteit is op de bouwplaats. Monteurs zijn natuurlijk uitermate handig maar in de praktijk wordt niet altijd gebouwd wat er bedoeld is.”
“Met 3D-ontwerpen moet je zorgen dat er ook op de juiste manier geproduceerd wordt. We bouwen wat we ontworpen hebben. Het model wordt daarmee steeds meer leidend. De softwaresystemen zijn zo slim geworden: je kunt in het model simulaties draaien, berekeningen laten uitvoeren. Zo berekent het systeem de consequenties als het gebouw bijvoorbeeld draait van noord naar zuid positie. Het is heel anders dan hoe er nu gebouwd wordt. Je bouwt een heel gebouw in de computer tot alles past en functioneert. En daarna gaan we aan de slag. Eerst denken dan doen.”
Maakt digitalisering de productie duurzamer?
“Binnen de sector worden we steeds bewuster van het feit dat onze manier van bouwen en produceren niet duurzaam is. We gaan meer en meer industrieel conceptueel bouwen, waarbij we steeds vaker gebruik maken van nieuwe materialen. Zo gebruiken we steeds vaker hout en wat minder vaak beton omdat dat veel CO2 uitstoot.”
“We ontwikkelen de skeletbouw door. Hierbij zie je dat digitalisering helpt met het ontwerp en de realisatie waarbij minder afstemming is in het bouwproces. Prefab is steeds meer in opkomst. En het is deze industriële manier van bouwen die we nodig hebben willen we de beoogde energietransitie halen. Het kan simpelweg niet op de oude manier. We moeten meer gebruik maken van elkaars kennis en kunde. In een digitaal model weet je welke materialen zijn gebruikt, wat daarvan de waardes zijn en wat de waardes zijn van de samenstelling. De gebouwen en installaties zijn complex. Inmiddels hebben moderne gebouwen geen installaties, moderne gebouwen zijn installaties.”
Heeft de wet en regelgeving een grote impact op de verduurzaming?
“Door de wet en regelgeving neemt de spanning en druk toe. We hebben in 1995 afspraken gemaakt over waar we over een paar jaar al zitten met de verduurzamingsslag. Er komt een moment dat de overheid de verduurzamingsslag gaat afdwingen en handhaven. Dat gaan we merken als we als Bouw- en Installatiebranche niet zelf in staat zijn te doen wat we hebben afgesproken.”
Hoe ziet de toekomst van de installatiesector eruit gezien de huidige economische en gezondheidscrisis?
“De hele wereld ziet er nu ineens heel anders uit. Ik denk dat we de komende tijd meer en meer een discussie gaan voeren over twee elementen. De keuze die we moeten maken tussen welzijn en welvaart. Oftewel natuur en economie. We lopen tegen het feit aan dat onze economie kwetsbaar is en dat wij als mensen kwetsbaar zijn. Als we blijven doen wat we deden, krijgen we wat kregen. De keuzes die we vandaag maken zijn bepalend voor onze toekomst.”
“Het is maar de vraag of het gaat lukken om de sector mee te krijgen in de digitalisering
Hoe gaan we de sector mee krijgen?
“Het is maar de vraag of het gaat lukken om de sector mee te krijgen in de digitalisering. Als je binnen kijkt bij de installateurs dan kan je je serieus afvragen of die hele branche getransformeerd kan worden. We gaan richting een opsplitsing. De huidige installatiesector zal in één tot vier richtingen uiteendrijven. Je krijgt de productie gerichte clubs die blijven monteren en de bedrijven die integraal gaan bouwen. De komende jaren zal er zich een ander landschap vormen.